♦ Marineschepen – Radio Den Helder interviewd de MARVO ♦

Marine Voorlichtingsdienst verteld het verhaal op radio Den Helder

 

Wapen MARVO Marine VoorlichtingsdienstMarine Voorlichtingsdienst 1949

Bron: MARVO  ::  Auteur: LTZ W. C. Lemaire

LTZ W. C. Lemaire

Brief van de MARVO

Luisteraars, U heeft de vorige week in de dagbladen kunnen lezen, dat op Dinsdag 15 November j.l. Hr. Ms. kanonneerboot van Speijk uit de haven van Nieuwediep naar de Nederlandse Antillen is vertrokken.Voor ons bij de Koninklijk Marine is zo’n vertrek altijd een evenement.

Vrienden en goede bekenden drukken wij dan de hand -meestal voor een afscheid van jaren-, terwijl daarnaast ieder afscheid een nieuwe periode inluidt in onze maritieme geschiedenis.
Goede reis mannen en maak er weer alles van, waar je ook naar toe mag gaan.

 

Er is iets met die “van Speijk”

Toch wil ik bij het vertrek van de van Speijk niet te lang blijven stilstaan.
Het is inmiddels alweer oud nieuws geworden. Sinds vorige week hebben andere gebeurtenissen in Den Helder plaats gevonden; de Ceram en de Batjan zijn thuisgekomen; de Banckert is gisteren naar de Oost vertrokken, kortom het afscheid van de van Speijk ligt weer lang en lang vergeten.

Maar toch…..er is iets met die van Speijk, waar ik het vanavond over wil hebben. Een enkel regeltje, dat over dit vertrek in de courant stond vermeld en dat waarschijnlijk onbegrijpelijk in Uw oren heeft geklonken.
In het algemene persbericht stond n.l. het volgende: (Ik lees het U even voor)

Krantenknipsel radio Den Helder“Zoals bekend wisten enkele opvarenden van de Kinsbergen kort voor de thuisreis in november 1947 de bekende Loden Verrader, het beeld dat eigendom was van de familie Maduro te Curaçao, in handen te krijgen en naar Nederland te brengen.

Of  het boegbeeld wederom aan boord is om, zoals dat in deze marine traditie gewoonte is, de reis naar Curaçao mee te maken, is niet bekend, doch de hardnekkigheid waarmee de opvarenden hun bezoekers van enkele compartimenten weerde, zal de fam. Maduro in Curaçao goede hoop geven, dat het eigendom op 5 December a.s. in Willemstad zal arriveren”.

 

15 September 1778

We gaan daarvoor terug naar de 15e September 1778. Het Nederlandse fregat Alphen lag in de St. Annabaai te Curaçao, toen het op de vroege morgen van die dag door een ontzettende ramp getroffen werd.
Zonder dat ooit is komen vast te staan waardoor, vloog het schip met een zware slag uit elkaar.

Tweehonderd man verloor daarbij het leven, terwijl enige minuten na deze catastrofe van het schip niets meer over was dan een brandend wrak dat snel in het water wegzonk. En deze ramp nu werd het voorspel in de geschiedenis van de Loden Verrader.
Want in de eerste helft van de 19e eeuw haalden Curaçaose vissers in de St. Annabaai een schegbeeld boven water.
Een groot ruw houten beeld, dat na onderzoek bleek toe te behoren aan de in 1778 in de lucht gevlogen Alphen.

Het beeld kwam “op de markt”.
Werd opgekocht door de fam. Maduro te Willemstad. Kreeg daar een plaatsje in de prachtige tuin van deze familie. Stond er ettelijke jaren, totdat het omstreeks 1875 plotseling was verdwenen. In het begin was dit een groot raadsel.
Want waar men ook vroeg, in geheel Curaçao, nergens had men dit beeld gezien, terwijl er ook niemand interesse voor scheen te hebben.

Want wat voor waarde immers had zo’n lelijk houten schegbeeld, afkomstig van een schip, dat als enige traditie had…dat het in de lucht was gevlogen.

 

Waarde voor de Koninklijke Marine

Ja, luisteraars, zo leek het toen, maar het beeld had wel degelijk zijn waarde, namelijk voor de Koninklijke Marine.
De marinemannen in de West die de geschiedenis van de Alphen hoorden, waren van oordeel dat dit schegbeeld niet in de tuin van de familie Maduro, maar bij de Marine thuis behoorde.

En namen ze in een vrolijke bui op een nog vrolijker avond het schegbeeld onder hun arm, gingen er mee aan boord van hun schip, verborgen het aldaar op een listige wijze en kwam er niet eerder mee voor de dag toen hun vaartuigen de ankers lichtten en de reis naar het vaderland ondernamen.

Ondertussen hadden zij het beeld, dat wit van kleur was, een enigszins ander uiterlijk gegeven.
Alle verfsoorten aan boord waren er op uitgesmeerd, de kop met rode haren beschilderd en aangezien de maats van oordeel waren dat het beeld een “vuile rol” had gespeeld om zoveel jaren in de tuin van de fam.Maduro te pronken, noemde zij het de “Rode Verrader”, waaruit later -de overlevering vertelt niet hoe- de tegenwoordige naam “Loden Verrader” is ontstaan.

En zo zien we dan het beeld voor het eerst in Nederland aankomen.
De marineleiding echter was het helemaal niet eens met de wijze waarop men het beeld uit Curaçao had ontvreemd.
Wederrechtelijk behoorde het toe aan de fam. Maduro en daarom ging het weldra weer terug naar zijn oude plaatsje in de tuin.

 

Sportieve traditie

Boegbeeld de Loden VerraderEn dan luisteraars zien we hoe uit een “niet goed te praten diefstal”  langzamerhand een “sportieve traditie” ontstaat. De familie Maduro die het beeld telkens terugkrijgt en de Koninklijke Marine die het even vele malen tracht te ontvreemden. Vanzelfsprekend stelde de familie alles in het werk om dit ontvreemden zo moeilijk mogelijk te maken.

En wanneer een marineschip uit de haven van Curaçao naar Nederland moest terugkeren werd het helemaal veilig opgeborgen.
Maar de marinemannen zagen immer kans om het te bemachtigen.
Steeds kwam het in Den Helder om aldaar opnieuw te worden geschilderd en met het volgende schip naar West Indië te worden teruggebracht.

 

Gelderland 1938

Uitermate spannend wordt dit verhaal in 1938, toen pantserschip Gelderland gedurende de wintermaanden in Curaçao vertoefde. Aan boord kende men het gebruik om de Loden Verrader -die weer eens in de West was- naar het vaderland mee te nemen. De moeilijkheid was waar het beeld te zoeken.

En toen men daar eindelijk achter was gekomen werd de zaak nog moeilijker want de familie Maduro had het schegbeeld opgeborgen in de kluisarchieven van haar bankgebouw in Curaçao.
En om zo’n kraakje te plegen….

Maar ook in dit geval, stonden de maats voor niets. Twee officieren, een onderofficier en een matroos van de Gelderland vormden een complot. Een situatietekening werd gemaakt van de vele gangen en deuren in deze Maduro bank en op zekere avond vertrok de dievenbende van boord, uitgerust met inbrekerswerktuigen, waarvan iedere professional op dit gebied het water uit de mond zou lopen.

Over muurtjes en langs dakgoten ging de barre tocht.
De snijbranders kwamen tenslotte in werking en voordat de nieuwe dag aanbrak wist men op de Gelderland dat het
boegbeeld zich aan boord bevond.  Tenminste als goed bewaard geheim, want toen de volgende morgen de familie Maduro de inbraak ontdekte en op het schip navraag deed, wist niemand ook maar iets van het schegbeeld af. De “Loden Verrader”? Wat is dat voor een ding, nog nooit van gehoord…

 

Van Kinsbergen 1947

Sindsdien is het schegbeeld nog twee keer ontvoerd.
Gedurende de oorlog was het weer veilig opgeborgen in de kluis van de fam. Maduro op Curaçao.
Toen inderdaad uit veiligheidsoverwegingen en niemand bij de Koninklijke Marine dacht er in die tijd dan ook over om het te ontvreemden.

Maar na de oorlog was de marine weer op haar qui vive.
En ditmaal was de eer aan enige adelborsten van Hr. Ms. van Kinsbergen.
De Geheime-Dienst van het schip had uitgevist, dat de Loden Verrader zich niet meer in de kluis bevond, omdat deze verbouwd moest worden. Men giste dat het was overgebracht naar een ander perceel van de Maduro bank en… men had goed geraden.

Gekleed in burger ging een formele “ontvoerploeg” op weg.
Het betreffende perceel was weldra bereikt en daar de employees van dit bankgebouw in de veronderstelling verkeerden dat de zojuist aangekomen nieuwe collega’s uit Nederland waren, was de diefstal voor deze “nieuwe collega’s” maar een peulenschilletje. Weldra was het beeld dan ook met de noorderzon verdwenen en dook het enige tijd later op aan boord van de van Kinsbergen op weg naar Nederland.

Zo is dan de vorige week de van Speijk naar de West vertrokken, het schip dat bij zijn laatste torn in de West de Loden Verrader meenam.  Wij hebben in Den Helder de van Speijk afgeduwd en als we goed gekeken hebben -en het was nogal helder weer- geloven wij dat we het boegbeeld zagen hangen aan de boeg.

Meer hierover weten wij niet.
En wij hoeven het ook niet te weten, want we zijn er zeker van dat als het inderdaad weer mee terug naar de West is gegaan, we het toch wel na verloop van enige maanden in Nederland terug zullen zien.

:: top ::